donderdag 17 mei 2012

Tirza - Arnon Grunberg (2006)


"Hoi, dit is Tirza. Ik ben er even niet. Maar laat maar een leuk berichtje achter."

Tirza is zo'n boek waarvan ik het lezen lang had uitgesteld. Omdat de titel me me niet aanstond, omdat de schrijver, Arnon Grunberg mij een beetje een eikel leek, en omdat het een dik en moeilijk boek leek dat ook naar stijl een meesterwerk werd genoemd. Gerard Reve, Harry Mulisch en Hugo Claus schrijven/schreven ook zo'n boeken en ik heb er nog niet één uitgelezen. Ik beken.

Maar ik heb me wat beter geïnformeerd. Arnon Grunberg (geboren in 1971) is in Nederland, wat Tom Lanoye is in Vlaanderen: alomtegenwoordig. Hij schrijft columns in zowat alle relevante bladen. Hij is journalist, prozaïst, dichter, theaterauteur en ruziemaker. Het lijkt er wel op dat alles wat hij aanraakt in goud verandert. Grunberg wint de ene literaire prijs na de andere en ook voor Tirza heeft hij de Gouden Uil, de belangrijkste Vlaamse literaire prijs, in de wacht weten te slepen, net als de Librisprijs 2007 (waar Robert Vuijsje met zijn Alleen maar nette mensen ook bijna mee aan de haal is gegaan, in 2009). Velen noemen hem de meest briljante Nederlandse schrijver van dit moment.

Het lezen van Tirza stelt gelukkig niet teleur, want schrijven kan hij inderdaad. Grunbergs stijl is onnadrukkelijk en vloeiend. En wat het zo'n sterk boek maakt, is dat je echt in het hoofd kruipt van het hoofdpersonage. De situaties waarin hoofdpersonage Jörgen Hofmeester terecht komt, worden door Grunberg genadeloos beschreven. Als je Tirza leest, bekruipt je geregeld een gevoel van gêne.

Jörgen Hofmeester is vader van twee dochters, redacteur buitenlandse fictie bij een gerenommeerde uitgeverij, enkele jaren geleden verlaten door zijn vrouw, maar wonend in de beste straat van Amsterdam nabij het Vondelpark. Zijn oudste dochter woont inmiddels in Frankrijk, zijn jongste en oogappel, Tirza, woont samen met hem in het prachtige herenhuis, maar zij heeft net haar eindexamen gehaald en staat op het punt een grote reis naar Afrika te maken. Echter eerst wordt er een groot examenfeest georganiseerd en vlak daarvoor vallen wij als lezers in het verhaal: “Jörgen Hofmeester staat in de keuken en snijdt tonijn voor het feest”. Tot zover niks aan de hand. Ware het niet dat een paar dagen voor het feest Hofmeesters vrouw, consequent aangeduid als `de echtgenote', plotseling weer `thuis is gekomen'. De beschrijving van het feest beslaat quasi de helft van de pagina's van het boek maar is meesterlijk. Doordat de scènes zo op de huid geschreven zijn, haast exhibitionistisch, voel je je als lezer een beetje een gluurder.

Hofmeesters gemoedstoestand zit tegen het overspannene aan, met name omdat hij erg opziet tegen het vertrek van Tirza. Hofmeester wekt de nodige deernis, niet in de laatste plaats omdat hij een beetje sukkelig is. Intussen zijn we te weten gekomen dat hij op zijn werk overbodig is verklaard en tot aan zijn pensioen niet meer naar kantoor hoeft te komen maar wel doorbetaald krijgt, omdat dat goedkoper is dan een ontslag. Maar omdat hij dit beschamend vindt en het niemand wil laten weten, verlaat Hofmeester toch elke ochtend met zijn aktetas onder de arm het huis. Hij brengt zijn dagen door op Schiphol waar hij een ritueel heeft ontwikkeld voor het verwelkomen en uitzwaaien van zogenaamde bekenden bij de Aankomst- en Vertrekhal. En het ergste is dat het voor hem eigenlijk geen verschil maakt of hij nu naar de uitgeverij of naar de luchthaven gaat. Ook is duidelijk geworden dat hij veel geld is verloren door te beleggen in een risicovol hedgefund bij een Zwitserse bank, waar hij stiekem zijn zorgvuldig bij elkaar geschraapte centjes eens per jaar heen bracht.

Meer vertellen over het verhaal zou zonde zijn, maar ik hou het erop dat "Tirza" een psychologische roman is over een vader-dochterverhouding met donkere kantjes, maar ook over desillusie, geweld, seks. Jörgen Hofmeester is geen vrolijke vent. Een echte loser, eigenlijk. Hij weet niet zo goed hoe hij contact moet leggen met mensen, hoewel hij dat graag zou willen. Doordat alles zich in het hoofd van Hofmeester afspeelt - een beetje zoals bij "Hersenschimmen", van J. Bernlef, een prachtig boek ook - lopen realiteit en fantasie in de roman door mekaar heen. Veel actie is er niet, maar je vraagt je halfweg in het boek wel af wàt het juist is wat er zo erg fout aan het gaan is, en waarom. En het blijft ook achteraf moeilijk om het uit te leggen. Maar wie doorleest tot het eind wordt daar voor beloond: de plot zindert na.

Ik weet nog altijd niet of Grunberg een sympathieke kerel is, maar eerlijk gezegd is dat niet erg. Ik ben heel blij dat ik het boek eindelijk heb gelezen. Het is een akelig beeld van de samenleving, waarmee Arnon Grunberg u kwetsen komt.

(également paru en FR, en 2009 - not yet translated in English)

De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween - Jonas Jonasson (2010)


Oorspronkelijke titel: "Hundraåringen som klev ut genom fönstret och försvann"

Vertaald in Frans "Le vieux qui ne voulait pas fêter son anniversaire"
Vertaald in het Engels "The Centenarian Who Climbed Out The Window And Disappeared"


Jonas Jonasson (geboren in 1961) weet nog precies hoe hij zich voelde toen hij in 1994 de film Forrest Gump zag. Want het verhaal van de simpele ziel die puur toevallig betrokken raakt bij al die grote gebeurtenissen, zo'n verhaal had hij net ook bedacht! Maar hij had het gewoon veel te druk om het ook nog eens te schrijven. Vijftien jaar later deed hij het alsnog en werd het het bestverkopende debuut ooit in Scandinavië, nog voor "Mannen die vrouwen haten" van Stieg Larsson. Het boek ging 750.000 keer over de toonbank in Zweden, terwijl daar nog geen tien miljoen mensen wonen. Het boek leest alsof de scenaristen van Benidorm Bastards de vorige eeuw hebben willen samenvatten tot een roadmovie, maar het deed me evengoed denken aan de verhalen van die andere Zweedse, Pippi Langkous, dankzij de vrolijke, anarchistische toon.

Het verhaal gaat als volgt: Allan Karlsson wordt 100 en dat wordt groots gevierd in het bejaardentehuis, behalve dan dat de jarige in kwestie het op zijn heupen krijgt en net voor de start van het feest, tot ontreddering van pers en burgemeester, verdwijnt. Op zijn pantoffels loopt Allan naar het busstation waar hij de eerste de beste bus pakt, maar niet voordat hij de koffer van een crimineel in handen krijgt. Het is het begin van een roadtrip door Zweden met achtervolgingen en een bonte club figuren die zich gaandeweg rondom Allan verzamelt. Dat leidt tot vreemde taferelen zoals een grote bus waarin naast Allen zelf een roodharige oude taart zitten die Schoonheid wordt genoemd, een crimineel of twee en niet te vergeten Sonja, de olifant.

Tijdens zijn tocht blikt Allan ook terug op zijn eerste honderd levensjaren, waarin hij meer blijkt gedaan te hebben dan de gemiddelde bejaarde. Zo was hij betrokken bij een grote hoeveelheid historische gebeurtenissen, zoals de ontwikkeling van de atoombom, de Spaanse burgeroorlog, de Chinese revolutie, roerige tijden in Iran, het Stalintijdperk etc. Hij ontmoette daarbij o.a. Stalin, Franco, Kim Il-Sung, Mao Zedong, Charles de Gaulle, Harry S. Truman, Lyndon B. Johnson en Richard Nixon, en beïnvloedde hen allemaal! Realistisch is het dus allemaal niet, maar de redenen die de schrijver heeft bedacht voor Allans toevallige aanwezigheden hier en daar zijn niet geheel ongeloofwaardig. Het is ook een test voor je eigen kennis van de geschiedenis - wat me ook heel sterk aantrok in het boek.

Het boek is spannend, absurd en doorspekt met (zwarte) humor. Het is ook een uiterst visueel boek, en het mag dan ook niet verbazen dat er een filmversie komt. In de zalen eind 2013. Maar ik zou u lezer er niet mee lastig vallen als ik het boek ook niet de moeite vond, natuurlijk. Afhankelijk van de uitgave telt het boek een 350-tal pagina's. Ik heb het boek op mijn e-reader uitgelezen, in minder dan een week. Een feelgood boek voor tussen het zwaardere werk door.

woensdag 16 mei 2012

The book of General Ignorance - John Lloyd en John Mitchinson (2006)


Dit boek las ik in het Engels, maar je vindt het ook in andere talen, met titels als “het grote boek van foute feiten”, “Les autruches ne mettent pas la tête dans le sable: 200 bonnes raisons de renoncer à nos certitudes”, en “Het grote boek van nutteloze kennis”. Het was een verrassende bestseller in de UK met Kerst 2006, en werd zelfs “number one Global bestseller for Christmas 2006” bij Amazon.

Het boek is het eerste deel van een reeks boeken gebaseerd op de laatste ronde van de Britse quiz QI. De makers van dit boek zijn ook verantwoordelijk zijn voor de vragen van die ontregelende kennisquiz. In QI worden steevast de vragen gesteld waarop vrijwel iedereen meteen het antwoord paraat heeft. Zaken waar iedereen het antwoord wel op denkt te weten, maar die in de praktijk toch anders blijken te liggen.

In dit boek vind je dus niet zozeer een slordig bij elkaar geharkte bak nutteloze trivia, maar meer feiten die kennis onderuit halen die je dacht te hebben. Zaken die je als vanzelfsprekend voor waar aannam, en die helemaal niet blijken te kloppen. En dan wordt het ineens een bijzonder intrigerend boek waarin algemeen bekend veronderstelde kennis vakkundig onderuit wordt gehaald.

Dacht je bij voorbeeld dat Hendrik VIII zes vrouwen had, dat de aarde maar één maan heeft, Bangkok de hoofdstad van Thailand is, dat struisvogels hun kop in het zand steken, dat het grootste levende wezen ter wereld een walvis is, dat whisky en doedelzakken typisch schots zijn, of dat de Mount Everest de grootste berg ter wereld is, dan kan ik je dit boek absoluut aanraden.

Het boek bevat 230 vragen en evenveel antwoorden. Je kunt het dus aan je eigen tempo lezen en zaken overslaan. Maar waarom zou je dat doen? Na het lezen van dit vermakelijke en informatieve boek kun je immers op feestjes en op café alle vervelende, frustrerende betweters van deze wereld weer eens lekker op hun nummer zetten, of je kunt natuurlijk zelf een partijtje gaan bluffen. Succes verzekerd!

dinsdag 15 mei 2012

Het zijn net mensen - Joris Luyendijk (2006)


Translated in English: “People Like Us: Misrepresenting the Middle East”
Traduit en FR: “Des hommes comme les autres : Correspondants au Moyen-Orient”

"Het zijn net mensen" is een non-fictieboek uit 2006 dat me werd aangeraden door mijn Bozar-collega Betul. De ondertitel van het boek luidt Beelden uit het Midden-Oosten. Het handelt over de verslaggeving in het Midden-Oosten, die volgens hem onmogelijk objectief kan zijn.

Luyendijk ontving voor dit boek in 2006 de Dick Scherpenzeelprijs en in datzelfde jaar werd hij uitgeroepen tot Journalist van het Jaar. In 2007 won hij de NS Publieksprijs en in 2010 de Prix des Assises du journalisme; de eerste keer dat deze prijs naar een niet-Fransman ging. Bij ons is Luyendijk (geboren in 1971) vooral bekend van de VPRO-interviewprogramma’s Zomergasten en Wintergasten..

In het boek doet Luyendijk verslag van zijn werkzaamheden als correspondent voor het Midden-Oosten in de periode van 1998 tot 2003. Hij werkte destijds voor de dagbladen de Volkskrant en NRC Handelsblad en voor de nieuwsjournaals van Radio 1 en de NOS. Zijn standplaatsen in die periode waren achtereenvolgens Caïro, Beiroet en Oost-Jeruzalem.

Hij sprak met stenengooiers en terroristen, met taxichauffeurs en professoren, met slachtoffers, daders en hun familie. Hij ondervond aan den lijve dictatuur, bezetting, terreur en oorlog. Hoe meer hij meemaakte, hoe verbaasder hij raakte. Wat gaapte er een kloof tussen wat hij als correspondent ter plekke waarnam, en wat hij daarvan terugzag in de media! In “Het zijn net mensen” laat Luyendijk met pakkende voorbeelden en vol humor zien hoe de media ons een zowel door 'daders' als door 'slachtoffers', maar ook door de internationale media gefilterd, vervormd en gemanipuleerd beeld van het Midden-Oosten geven.

De schrijver komt tot de conclusie dat een alomvattende duiding van de veelvuldige conflicten in de betreffende regio onmogelijk is. Het 'nieuws' wordt soms door op scoren beluste journalisten en filmploegen in scène gezet, en ook de 'benadeelde partijen' werken hier gretig aan mee. Een grote rol wordt gespeeld door de persvoorlichters, ook wel 'talking heads' genoemd, die verantwoordelijk zijn voor de gefilterde en gekleurde voorlichting. Duidelijk wordt dat de geoliede pr- en propagandamachines van de rijkere landen de overhand hebben in de media-oorlog, een term die Luyendijk ook veelvuldig gebruikt (Ook de term “deadline” wordt er trouwens geduid).

In vlotte stijl en rijk voorzien van anekdotes probeert de auteur in dit boek duidelijk te maken hoe journalistiek werkt. Nieuws is wat afwijkt van het gewone, maar als alleen de afwijking getoond wordt, gaat men dat aanzien voor het alledaagse. Een correspondent kan verschillende verhalen vertellen, maar de media kunnen er maar een weergeven. De auteur toont met tal van voorbeelden aan waarom hij meent dat het onmogelijk is om te weten wat er werkelijk speelt in dictaturen. Wat leven in een dictatuur inhoudt, laat zich niet beschrijven en nog minder in beelden vatten.

De anekdotes in het boek zijn voor een stuk gedateerd: inmiddels is er de Arabische lente geweest en zijn er prille democratieën tot stand gekomen. Misschien – je mag het hopen - dat die de gang van zaken wat hebben veranderd. Maar wat zeker overeind blijft, en wat mij uiteindelijk heel erg heeft aangesproken, is de fundamentele stelling dat je in het Midden-Oosten over grote vraagstukken zo moeilijk zinnige dingen kunt zeggen. Wat dat betreft mag je hopen dat dit boek gelezen zal worden door iedereen die - net als ik - altijd een kant-en-klare mening of oplossing heeft gehad voor de conflicten in het Midden-Oosten.

Ik zou zeggen, begin er maar aan.

Alleen maar nette mensen, Robert Vuijsje (2008)

Niet te verwarren met: "Het zijn net mensen", van Joris Luyendijk. Die behandel ik binnenkort.

Een jaar geleden heb ik mijn tante een boek geschonken dat recent een paar prijzen had gewonnen, waaronder de Gouden Uil in 2009. Het boek stond ook op de schortlist van de Libris Literatuurprijs (Dimitri Verhulst won dat jaar). Het boek ging naar verluidt over multicultuur, en de auteur leek me een charmante man met een leuke naam: Robert Vuijsje. Zelf het boek niet gelezen, maar met zulke referenties moest het wel goed zijn, zeker? Wat schetst mijn verbazing toen ik het boek uiteindelijk zelf aanvatte?? Het boek staat vol van de seks!

Zo begint het: “Dag schoonheid”, zei ik. “Ik ben David. Wie ben jij?” “Wie ik?”, vroeg ze. “Hier, kijk op mijn tanden.”

Zo eindigt het: “Ik zei: “Dat lijkt me een strak plan”.

Daartussen: een hilarische dwarsdoorsnede van de smeltkroes Amsterdam, gezien door de ogen van David Samuels.

David is een Marokkaans-uitziende Jood, wonend in Oud-Zuid in Amsterdam, een buurt waar “alleen maar nette mensen” wonen, lees: geen allochtonen. Zijn ouders hebben geld. Hij is 21, en met zijn diploma middelbaar onderwijs op zak kan hij zo naar de universiteit, maar David wil wat anders. Hij wil graag naar bed met intellectuele negerinnen met flinke tieten. Maar bestaan die wel? Zal David gelukkig worden met Rowanda, de Bijlmer-queen die met twee gouden tanden bijna zijn oor eraf bijt? Of moet hij gelukkig zijn met Naomi, die komt uit hetzelfde milieu waarin hij is opgegroeid?

Vuijsje belicht onze multiculturele samenleving vanuit de allochtonen zelf: het lijkt op het eerste gezicht een verhaal dat alleen om seks draait, het boek leest als een trein en qua stijl loert de vergelijking met Brusselmans achter de hoek, maar er is meer aan de hand. Eén voor één worden verschillende groeperingen en clichés onder de loep genomen, te beginnen bij het bekakte blablamilieu van David zelf. Het is een tragikomisch boek, waarin een adolescent zoekt naar de zin van het bestaan, en er vooral probeert achter te komen bij welke groep hij nu eigenlijk hoort.

Het is een grotendeels autobiografisch boek, zo'n boek waarvan je aanvoelt dat de auteur gewoon geen keuze had: dit verhaal moest hij kwijt. De schrijfstijl is jongerentaal en dus geen spek naar ieders bek. Ik daarentegen heb van dit boek genoten: omdat ik een grote fan van tieten ben uiteraard, een ook omdat de schrijver op briljante wijze weerheeft hoe hij heeft ondervonden dat iemand van een compleet verschillende culturele achtergrond heel aantrekkelijk is, maar niet simpel om een relatie mee uit te bouwen. En omdat uiteindelijk alles goed komt...

Een aanrader!

PS. Het boek wordt momenteel verfilmd met Jeroen Krabbé, Annet Malherbe en Geza Weisz in de hoofdrollen. In oktober 2012 komt hij in de zalen.