zondag 26 juni 2016

Mijn leven met Prince - een afscheid

Dit stukje was een van de lastigste - in elk geval het meest persoonlijke - die ik hier heb mogen neerpennen. Toen ik bedacht wat de dood van Prince bij mij teweeg bracht, wou ik er meteen iets over schrijven, maar toen de herinneringen maar bleven komen, kwam het besef dat het een pak tijd zou vergen om dat alles ook mooi en respectvol te doen.


Ik heb in mijn leven vele liefdes gekend - passionele liefdes zelfs - maar slechts één idool. En dat idool is nu dood. Domweg gestorven in de lift van zijn appartement, alleen. Van een overdosis medicijnen, zo blijkt bovendien. Wat een triest lot voor de grootste artiest van zijn generatie, waarvan geweten is dat hij leefde voor zijn muziek en zich nooit (!) aan drugs heeft overgegeven.


Dit artikel gaat niet - of toch niet alleen - over zijn muziek. Daarvoor is het oeuvre van Prince te omvangrijk en er zijn mensen genoeg die over zijn muziek veel zinniger dingen kunnen vertellen dan ik. In deze post wil ik vooral mijn eigen herinneringen de vrije loop laten. Prince heeft mijn leven meer beïnvloed dan mijn vrienden en familie kunnen inschatten, en dit is een kans om het eens met mijn eigen woorden te vertellen. Hier en daar zal ik wellicht nog zaken over het hoofd zien. Die vul ik later wel nog aan. De ambitie om van deze bijdrage meteen een definitief verhaal te maken, heb ik opgegeven. Dat kon niet anders, Prince heeft ondertussen de planeet aarde al twee maand verlaten, en ik wou niet langer wachten.


Ik herinner me het moment niet meer wanneer ik voor het eerst muziek van Prince hoorde, maar 1984 zal wellicht het jaar zijn waarop de vonk oversloeg. Ik was elf, ik had nog geen eigen platenspeler, maar ik was wel elke zaterdagmiddag druk bezig met een cassettedeck om tijdens de uitzending van de Radio 2 Top 30 de mooiste liedjes op te nemen. Daarbij mocht ik absoluut niet gestoord worden, want het was niet de bedoeling dat de stem van de presentator van dat moment mee op band stond. De goden van dat moment waren Madonna, toen nog onschuldig dansend in haar ondergoed, en Michael Jackson die nog zwart was, maar er was méér: mijn buurjongetje Pieter introduceerde me een andere artiest, die zich androgyn kleedde, expliciet over seks zong en net in Europa was doorgebroken met een album en een gelijknamige film: Purple Rain. Ik vond Prince fantastisch. En dat is altijd zo gebleven.


Die plaat - Purple Rain dus - ging ik eerst elk vrij moment bij Pieter beluisteren, maar toen onze wegen scheidden en ik naar de middelbare school verkaste was dat een van de eerste albums die ik voor mezelf kocht. Op muziekcassette weliswaar, de nieuwste technologie van dat moment. Paste ook meteen in mijn fonkelnieuwe walkman. Het was de tijd waarin MTV het Europees vasteland overspoelde, en videoclips aan belang wonnen. Prince maakte aan een razend tempo nieuwe platen: Around the world in a day, Under the cherry moon (Kiss, Girls &Boys - met de bijhorende “duivenchoreografie”!) en zijn eerste meesterwerk Sign ‘o’ the Times. Maar daarmee stopte het niet: Prince was in die dagen gewoonweg overal. Hij werkte o.a. mee aan We are the world (maar was te schuchter om in de bijhorende single te figureren), en hij schreef muziek voor Sheila E (The Glamorous Life), The Bangles (Manic Monday), Chaka Khan (I Feel for You) en vele vele anderen. Veel materiaal van die tijd belandde in een kluis bij hem thuis in Paisley Park, maar niettemin stonden in de tweede helft van de jaren tachtig de hitlijsten vol met Princemateriaal. Of zo herinner ik het mij toch. Je moest als fan ook alle singletjes kopen, want op elke B-kant stonden nummers die niet uit een langspeler kwamen, die uiteraard alleen de fans hadden en die daarom alleen al zoveel interessanter waren.


Maar voorlopig had ik daar dus geen centen voor. Ik was dus aangewezen op de bibliotheek van Roeselare, waar ik kennis kon maken met al het oudere werk van mijn idool (vijf albums ondertussen). Telkens hetzelfde ritueel: geduldig de vinylplaat boenen, en daarna alles opnemen op cassette. Mijn papa was zo lief geweest om een nieuwe naald op mijn - inmiddels eigen - platenspeler te monteren, zodat de opnamen perfect verliepen. Veel geld zal ik er niet mee hebben uitgespaard trouwens, want die cassettes versleten heel snel helaas, en de kwaliteit van de muziekcassettes van die tijd verbeterde elke maand ook, en dus moesten die platen regelmatig opnieuw worden opgenomen. Elke vakantiejob resulteerde in weer een nieuw cassettedeck of nieuwe aangekochte muziek, daar was ik heel consequent in. Zonder Prince zou ik nooit de muziekfanaat zijn geworden die ik nu nog altijd ben. En zou mijn schooltijd een stuk lastiger geweest zijn. Ik was niet bepaald de populairste, maar gelukkig had ik mijn muziek en mijn beste vriend die Prince ook wel kon appreciëren (Waarvoor dank, Bart).


Weet jij nog waar jij was op 31 december 1988? Ik weet het wel: ik logeerde namelijk bij mijn grootouders terwijl mijn ouders aan het feesten waren. En dat vond ik helemaal niet erg, want om middernacht zonden ze het (live?) Lovesexy concert uit vanuit Keulen, op de Duitse tv. En ik mocht opblijven terwijl mijn grootouders al in bed lagen.

Maar we hadden het over geld uitgeven. Ik herinner me een schoolreis naar Keulen. Ik moet zeventien geweest zijn, en terwijl mijn klasgenoten op de “vrije momenten” naar de rosse buurt trokken - om te kijken, pochten ze achteraf - trok ik naar Saturn, de grootste muziekwinkel van Keulen op dat moment, om er me de maxisingle van Sign ‘o’ the Times aan te schaffen. Prachtige hoes, met een androgyne figuur (Prince zelf?) en een magistrale B-kant: La, la, la, he he hee (“La, la, la, he, he, hee, I want U, U want me, oh, how sexy it will be, if we ever get 2gether in my tree”). Ik straalde op de lange busrit terug naar België.


Meer vakantiejobs, meer geld om uit te geven. Tegen de tijd dat ik student was had ik genoeg geld verzameld om al eens een zotte aankoop te kunnen doen. Samen met Bob Dylan is Prince de koploper van de bootlegs, een begrip dat ik tot dan niet kende. Wat ik wel wist was dat Prince na Sign ‘o’ the times een album had gemaakt dat hij uiteindelijk niet wou releasen (dat gebeurde pas halfweg de jaren 90) en dat ik dat album absoluut wou hebben: ik vond The Black Album - illegaal, uiteraard - uiteindelijk in redelijk goeie kwaliteit op een Prince-fanbeurs in Gent, samen met een ander album (Crucial) dat hij met Miles Davis had gemaakt - en waarvan de originele opnamen op het moment van het overlijden van Prince ook weer in zijn kluis zaten - en een live opname van de Nude tour, zijn eerste best-of tournee (in Hamburg).


In mijn studententijd ging de Prince-obsessie gewoon verder. En mijn liefde voor muziek tout court. Inmiddels was overigens het cd-tijdperk begonnen, wat ervoor zorgde dat ik sommige albums twee of zelfs drie keer in huis haalde: op elpee, op cassette en op cd. Kassa!
Vlaanderen liep in die jaren wat achter qua alternatieve radiozenders. Okee, Studio Brussel bestond al, maar was voor mij dan weer net niet breed geprogrammeerd genoeg. Ik luisterde liever naar het Nederlandse Radio 3 en daar zou ergens eind 1991, letterlijk bij de start van mijn studententijd, om 22u ‘s avonds, de nieuwe single van een nieuw album worden uitgezonden. Geen internetlekken, geen Youtube, je moest nog gewoon wachten.

Toen het uiteindelijk klokslag 22u gebeurde, zat ik met mijn cassetterecorder klaar en ik weet niet wat ik hoorde. Prince was al verschillende keren van stijl veranderd, maar dit was een totaal nieuwe sound en ik wist niet wat ik ervan moest denken. Het was zeker geen liefde op het eerste gehoor (WTF? Rap?!), maar gelukkig kon ik het meteen terugspoelen, opnieuw beluisteren, en nog eens, en nog eens. Tegen de tijd dat het bedtijd was, was ik overtuigd. En zo geschiedt wel vaker met goede muziek, heb ik achteraf geleerd. De single heette Get Off (B-kant: Horny Pony) en het album Diamonds and Pearls, een werkelijk subliem album.

Meteen een onderwerp om het met mijn nieuwe vriend Brecht over te hebben, die ik net had leren kennen dankzij zijn Prince-t-shirt op de kennismakingsdagen op de universiteit van Kortrijk. Hij studeerde Rechten, en drie weken later deed ik dat ook. Dat ik ondertussen al zo’n twintig jaar jurist ben, is dus voor een groot deel dankzij Prince. De vriendschap was er een die nog jaren is meegegaan. Ik heb zelfs de muziek op Brechts huwelijksfeest mogen draaien, inclusief enkele Prince-nummers.


Stilaan werd het tijd om mijn idool eens live aan het werk te zien en die kans deed zich voor toen mijn andere studievriend Didier naar Gent was verhuisd en Prince er passeerde, in Flanders Expo. Handig! De deal was dat Didier met mij mee zou komen, op voorwaarde dat ik met hem meeging naar The Cure. Alhoewel The Cure een verdienstelijk optreden weggaf, was ik toch vooral gefascineerd door het Prince-concert, dat spreekt vanzelf. Het was 4 september 1993 ondertussen, en Prince had enkele probleempjes met zijn platenlabel. Prince werd The Artist Formerly Known As Prince (TAFKAP), het bijhorend symbool Love Symbol Album  in gigantische proporties boven het podium - en in kleinere proporties rond mijn nek.

Het wordt vanaf dan voor de buitenwereld steeds moeilijker om Prince te volgen, en voor mezelf was dat eigenlijk niet anders. Mijn liefde voor muziek werd er niet minder om: ik heb na mijn studietijd 4 jaar in de muziekindustrie gewerkt. Ik heb ook de kans gehad om Prince nog een paar keer live te zien: tijdens de New Power Soul Tour in 1998 en de One Nite Alone tour in 2002 kreeg hij net als tijdens het concert in Gent het publiek uitzinnig met grotendeels onbekende songs en covers. Prince is een begenadigd schrijver, zanger en musicus tout court. Maar wat hem uniek maakte, waren toch zijn opzwepende concerten.

Tijdens de 20Ten Tour in 2010 gebeurde dan weer net het omgekeerde: op de dag van zijn optreden in Werchter bracht hij een cd uit (20Ten dus, overigens een puike cd), waarvan hij ‘s avonds geen noot speelde: het werd een greatest hits show met een Prince die duidelijk last had van heupproblemen. Ik was wat ontgoocheld: sinds hij rond de eeuwwisseling getuige van Jehova is geworden - naar verluidt na het persoonlijk drama rond de vroege dood van zijn enige zoon - waren de songteksten en de optredens een stuk braver geworden. Maar zelfs die tournee blijft voor mijn een dierbare herinnering, omdat mijn goede vriend Jan er mij (samen met anderen) vergezelde.

Toen Prince op 21 april dit jaar het leven liet, had ik net zijn laatste albums op mijn smartphone gezet en de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik er - in tegenstelling tot de laatste van Bowie - nog steeds niet wild van ben. Maar die vergelijking is ook totaal onzinnig: de dood van Prince was ongepland en helaas, ook veel te vroeg. Veel te vroeg.

De laatste herinnering die ik dan ook heb aan Prince is die van de ochtend van 22 april 2016, de dag nadien, wanneer ze op Studio Brussel hommage brachten door ‘s morgens zijn songs te draaien, ook deze uitgevoerd door anderen. Ik zat op de trein op weg naar een opleiding, koptelefoon op het hoofd, en de tranen rolden over mijn wangen...