zondag 29 mei 2022

Bullshit Jobs: over zinloos werk, waarom het toeneemt en hoe we het kunnen bestrijden - David Graeber (2018)

 

(ENG & FR: Bullshit Jobs / ES: Trabajos de mierda ) 

Weer zo’n heerlijk boek die eens flink aan je vastgeroeste gedachten rammelt. Dit soort non-fictie is absoluut een nuttige tijdsinvestering. 

Dankzij de technologie hebben we voor onze productiebehoefte met een vijftienurige werkweek genoeg, en toch maken we allemaal nog steeds volle dagen. Daarom stelt David Graeber in dit spraakmakende boek Bullshit jobs dat een flink deel van ons werk zinloos is. Over de hele wereld blijken veel mensen het fenomeen te kennen. De definitie is niet onbelangrijk: een bullshit job is een baan waarvan de persoon zélf vindt dat het (deels) een onzinbaan is. De auteur doet je met een hele andere blik kijken naar onze samenleving en de rol van werk daarin. 

Graeber beschrijft in dit boek het hoe en waarom van deze banen, die voortkomen uit het westerse kapitalisme maar er eigenlijk haaks op staan (ze lijken meer op de werkverschaffing in het voormalige Oostblok). Onzinbanen komen ook voort uit onze calvinistische overtuiging dat werkloos zijn slecht is.

Graeber wacht ook niet tot op het einde om zijn conclusie te formuleren, namelijk dat (minstens) de helft van de banen onzinbanen zijn waar de wereld best zonder kan. Zijn scherpe betoog doet je met een andere blik kijken naar de rol van werk in onze samenleving. Het is doorspekt met hilarische en tegelijk tragische voorbeelden waarbij ik soms wel eens de rode draad ben kwijtgeraakt, maar ik de hele tijd wel af en toe stilletjes zat te grinniken. Heel herkenbare situaties. Hij beschrijft het fenomeen niet alleen, hij legt dus ook uit hoe we in deze situatie terecht zijn gekomen én waarom we er collectief niks aan doen. 

De auteur overleed nogal onverwacht, in september 2020, aan pancreatitis. Hij werd 59. Maar hopelijk bereikt hij met zijn werk nog vele jaren een groot publiek, want zijn observaties zijn gedubbelcheckt en tegelijk treurig en hilarisch. En relativerend, dat natuurlijk ook. Lezen! 

De Nederlandse versie komt met een voorwoord van Rutger Bregman, ook dat nog :-)


dinsdag 15 maart 2022

Dit is Europa: De geschiedenis van een unie - Hendrik Vos (2021)


Hendrik Vos is niet alleen een begenadigd wielrenner, maar ook een autoriteit over Europese politiek in Vlaanderen. Met "Dit is Europa", een klepper van meer dan 600 pagina's, schreef hij de ultieme historische roman over de totstandkoming van de EU. Ik weet het wel, de geschiedenis van de Europese Unie spreekt meestal niet direct tot de verbeelding, tenzij je kickt op lange uitleg over wetten, parlementen en hervormingen. Van buitenaf lijkt de geschiedenis van de EU voornamelijk te bestaan uit grijze ambtenaren in steriele vergaderzalen. Veel historische gebeurtenissen zijn nochtans het resultaat van gepassioneerde mensen wier kleurrijke leven doorspekt waren met saillante details.

Politicoloog Hendrik Vos weet met zijn eigen swingende stijl en humor deze gortdroge materie tot leven te brengen. Hij combineert zijn academische kennis met menselijke schetsen van de hoofdpersonen, hun vriendschappen (Helmut Kohl en François Mitterrand bijvoorbeeld) of vijandschappen (Margaret Thatcher en Jacques Delors), hun aarzelingen of juist hun vastberadenheid. Hij raadpleegde oude kranten, las biografieën en sprak met mensen die nauw betrokken waren bij deze onderhandelingen. De reconstructie van hoe de Europese integratie werkelijk tot stand kwam, is met andere woorden het resultaat van jarenlang onderzoek, toevallige vondsten en curieuze verhalen, ook over zijn eigen omzwervingen trouwens. Met een stijl die eerder die is van een romanschrijver dan die van een academicus, vliegen de voorbije zeventig jaar voorbij in een rotvaart.

Het boek is een reis over het continent in het kielzog van de hoofdrolspelers én van de willekeurige voorbijgangers die ongepland mee op het toneel belandden. Vos zoomt in op details en hangt daar het bredere verhaal aan op. 

Het boek is een liefdevol geschreven ode aan compromissen. Europa verkeert immers altijd in een crisis: als het niet de asielcrisis of de eurocrisis is, dan is het wel de terreurcrisis, de oliecrisis of de landbouwcrisis. Het traject van de Europese eenwording was grillig en vol onverwachte wendingen. Er was nooit een draaiboek of een breed gedragen plan, en toch werd stap voor stap de Europese Unie geboren. Het boek is verrassend leesbaar, vaak erg grappig en vol anekdotes.

Zoals de anekdote over de Franse minister van Buitenlandse Zaken Robert Schuman, die zijn regering in 1950 overhaalde om voortaan Franse steenkool en staal samen met Duitsland (en nog vier andere landen) te beheren, door zijn plan op de ministerraad zo complex mogelijk te presenteren, mompelend, aarzelend, vol jargon en de belangrijke woorden half inslikkend. Schuman deed hard zijn best om het nogal betekenisloos te laten lijken. De andere regeringsleden keken op hun horloge en wilden gaan eten. Het plan werd door iedereen goedgekeurd. Zo kwam een onomkeerbaar proces op gang, dat Europa van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) van destijds tot de EU van vandaag bracht. ‘Niemand had daar een flauw benul van, behalve Schuman zelf', schrijft Vos in zijn boek. 

Het verhaal van de ondertekening van het Verdrag van Rome uit 1957, het oprichtingsverdrag van de Europese Economische Gemeenschap, is pure slapstick. Toen dat verdrag op het punt stond te worden ondertekend, moest al het papierwerk en een halve drukkerij naar Rome worden verplaatst. Maar toen de trein in Italië arriveerde, bleek de wagon met het verdrag er niet meer aan te hangen. In Zwitserland had de spoorwegpolitie die losgekoppeld, omdat het volgens de Zwitserse wetgeving niet kon dat een goederenwagon aan een trein met personenvervoer hing. Nadat die toch tot in Rome was geraakt, had het nog heel wat voeten in de aarde vooraleer het verdrag er lag. Zo presteerde een nietsvermoedende poetsploeg het om alle stencils die lagen te drogen, in de vuilnisbak te kieperen. Terwijl inderhaast opgetrommelde ploegen aan het typen waren aan finale versies, werd in Brussel ook nog over allerlei aanpassingen onderhandeld, waardoor het werk vaak opnieuw moest worden gedaan. Het eindresultaat was zo'n rommeltje dat op het eind de uitgever weigerde het boek in te binden. Op 25 maart 1957 ondertekenden de ministers van Buitenlandse Zaken bijgevolg met hun dure vulpennen een dik, leeg boek waarvan alleen de eerste en de laatste pagina waren gedrukt. 

“Dit is Europa” staat vol met zulke verhalen. Overigens lijkt niet alles waar te zijn, maar zo niet, dan is het in ieder geval knap verzonnen. Je verneemt in het boek ook hoe de Europese grondwet in een braadkip belandde, wat een opblaaspop te maken heeft met de vrije markt en hoe koeien in de vergaderruimte op de vierde verdieping terecht zijn gekomen.  Gelukkig behandelt Vos niet elk mogelijk onderwerp op een ludieke manier. Niet alles is een farce - aan de hand van een bezoek aan een vluchtelingenkamp beschrijft hij treffend de ellende van de migratiecrisis. 

Met dit boek heeft Hendrik Vos de geschiedenis van Europa geschreven die iedereen wil lezen.


dinsdag 15 februari 2022

Qui a tué mon père - Édouard Louis (2018)

 

(NL: Ze hebben mijn vader vermoord, ENG: Who Killed My Father) 

Cela faisait un bon moment que je n'avais plus lu un livre d'un auteur français, mais dans le contexte des élections présidentielles françaises de cette année, j'avais envie de réessayer avec ce livre d’Édouard Louis - pseudonime de Eddy Bellegueule. Après Michel Houellebecq, la littérature française a un nouvel enfant terrible parait-il, quelqu’un qui décrit parfaitement la fracture actuelle dans la société française.

Le parisien qui a 29 ans entretemps, n’avait pas raté son début en 2014 avec “En finir avec Eddy Bellegueule” dans lequel il raconte sa jeunesse marquée par l'humiliation, l'abus d'alcool et les bagarres dans un milieu ouvrier du nord de la France, où son homosexualité était dure à vivre. L'auteur est un écrivain célèbre maintenant et il semble y avoir peu de choses pour encore le lier à son père violent. Pourtant, Louis ne peut pas se séparer de l'homme qui a été horrifié par l'homosexualité de son fils. Pour son troisième ouvrage, l'auteur fouille dans l'histoire familiale et établit comment la pauvreté mène souvent à encore plus de pauvreté.

Dans “Qui a tué mon père”, l'auteur retourne dans le Nord de son enfance pour rendre une sorte d'hommage à son père. Louis se rappelle des bons souvenirs de sa terrible enfance: l'époque où le père Bellegueule parlait avec éloge de l'intelligence de son fils à un instituteur, le jour où il l'a défendu au commissariat et contre les policiers en déclarant qu'il était fier de lui, et d'une fois il a dépensé une fortune pour offrir à son garçon un joli cadeau d'anniversaire. Les insultes et humiliations que ce macho alcoolique, homophobe et xénophobe a infligées au jeune Eddy n'ont pas été oubliées, mais apparemment pardonnées. Après tout, le pauvre homme ne pouvait pas s'en empêcher non plus. Le misérable n'a jamais poursuivi son éducation, parce que les vrais hommes ne faisaient pas ça: « La virilité vous a condamné à la pauvreté, au manque d'argent. Aversion pour l'homosexualité = pauvreté ». Le père Bellegueule est, en somme, un prisonnier de sa classe sociale et une victime sans défense du système qui écrase invariablement les plus faibles.

La politique, écrit l'auteur, est la distinction entre les populations qui sont soutenues, encouragées et protégées, et celles qui sont exposées à la mort, à la persécution et au meurtre. Son père appartient à ce dernier type, « la catégorie des personnes qui, selon la politique, meurent prématurément ». Son dos a été brisé dans un accident de travail à l'usine et depuis lors, le travailleur acharné s'est transformé en un tas de misère. Ce n'est pas la faute de l'usine, mais des hommes politiques, selon Louis: "Jacques Chirac et Xavier Bertrand vous ont détruit les entrailles", "Nicolas Sarkozy et Martin Hirsh vous ont cassé le dos", "Hollande, Valls et El Khomri vous ont étouffé' et 'Emmanuel Macron vous arrache le pain de la bouche'. Avec leurs politiques antisociales, ces politiciens ont détruit la vie de son père : "Ce sont des meurtriers qui ne sont jamais associés aux meurtres qu'ils ont commis." Pour la classe dirigeante, la politique est plutôt une question « esthétique », alors que pour les outsiders, c'est une question de vie ou de mort. Accuser le président de meurtre n'est pas une mince affaire, mais Emmanuel Macron ne s'en est pas offusqué. Le livret a été lu attentivement à l'Elysée et aurait même été apprécié. Bien joué.

Le livret, qui pour info compte à peine 80 pages (5 euro!), est un pamphlet, mais – avouons le quand même - peu littéraire. L'auteur lui-même le dit : « ce que j'écris, ce que je dis, ne répond pas aux exigences littéraires, mais à celles de la nécessité, du feu ». Dans le feu de l'argumentation, il ne craint pas les raisonnements simplistes, presque caricaturaux. L'homophobie est-elle vraiment synonyme de pauvreté? Le monde est-il responsable de la consommation excessive d'alcool de son père ? Il ne faut pas s'attendre à des arguments convaincants ou à des preuves concluantes de la part d'Édouard Louis. 

Son premier roman semble d'avoir été un uppercut littéraire. En comparaison, ce maigre "J'accuse" n'est qu'une tentative ratée. L'un des livres les plus ennuyeux que je n'ai jamais lu. Je crains qu'il me faille du temps avant de m'aventurer encore une fois dans un auteur français. Je termine avec un petit conseil pour Édouard Louis lui-même : toujours écrire des romans autobiographiques fait preuve de peu d'imagination. Fais de la politique ou écris un roman plus léger. (entre-temps, il a déjà écrit cinq livres autobiographiques, d'ailleurs)